Op de boerencamping waar allemaal dieren zijn. Ook grote eenden. Ga eens weg! Hier heb je wat brood.
In de tent.
Insmeren.

We zijn op vakantie! Ontbijt op de eerste camping. Spelen op de camping.
We gaan het dorpje bij de camping bekijken. Even wachten totdat papa de auto heeft geparkeerd. Even zitten. Weer even rusten. Met de mannen en met mama.

We gaan vandaag het maïsdoolhof in. We krijgen een knapzak mee. Bij de ingang. We dolen door de maïsvelden. We rennen tussen de planten. Pauze.

Vandaag wandelen we in Friesche Veen. Even een broodje en uitrusten. Verder aan de hand van mama.

Oom Bert is veertig jaar geworden. We krijgen taart. Met Meike op het kleed.

Schommelen:
– een
– twee
– drie
– vier
– vijf

We zijn een dagje in Eext. We bekijken de antennes van Lofar. We krijgen een rondleiding. Met mama loop ik mee.

Yaro en Maré hebben een muziekavond op school. Ik zit bij opa op schoot. Duimpie.