Treintje op de camping.

Ik laat aan Noah zien welke dieren in Afrika leven. Noah zegt of het klopt.
’s Avonds pasta eten.
Daarna is er een ballonnenfeest. Daar gaat die van mij.

We zijn nu in Woudenberg – Noah en Lois zijn er ook.
Op de camping is een overdekte springkussenhal.
Broodje eten.
Aan de plas krijgen we een ijsje. Lekkerrrr!

We zijn in een dierentuin vlakbij de camping. Ik bekijk de route op de kaart. Ja, hier zijn we. Na het dierentuinbezoek komt de regen naar beneden en schuilen we met chocomelk.

Met mijn stickerboek.

Ik ga van het geld van opa Suske en Wiskes kopen. Dat is een moeilijke keuze. Ik heb er twee gekocht.
We bekijken het kasteel van Bouillon. Een hele diepe put. Wat een hoge trap.

We zijn in een dierentuin in Frankrijk. We wachten op het begin van de voorstelling met zeeleeuwen. Kijk een zeeleeuw.
Eind van de dag: ijs.

Een dagje Arlon – we maken een stadswandeling; over de markt en langs een kerk. Zo nu en dan even op de kaart kijken waar we zijn.
In de kerk.
’s Avonds even kijken wat we morgen gaan doen.

Voor de tent spelen met Jente.
Van opa Roden kregen we tien euro voor de vakantie. Goed bewaren in de broekzak dan kan ik er later een ijsje van kopen in de kantine van de camping.

We gaan op vakantie. Een rustmoment tijdens de reis naar België.
Op de camping. We gaan zwemmen. We moeten langs een spannend paadje.
’s Avonds in de tent. Papa leest voor.

Bij opa Epko en oma Ireen in het zwembad (filmpje):

We gaan naar de film; Ice Age 3. Vooraf eten we eerst een lekker muffin bij de Hema.

Mama is vrij en we vieren de vakantie met patat.
We mogen eindelijk op het gras – lekker voetballen met Maré en papa.

Opa en oma zijn terug van vakantie en komen even langs.

We gaan met z’n allen naar de tandarts – om te vieren dat er niets aan de hand is, gaan we naar het pannenkoekschip.