Bella figura op de berg, mooie herinneringen.
Op de markt, op straat, bij het volksfeest, de aankleding voor een opera, la bella figura is overal belangrijk. Ook in het restaurant.
Op de berg in Duddova hebben we de Bottega van Leonardo ontdekt, klein, maar o zo fijn. Met een fantastisch uitzicht over de bergen in de verte en de oude gebouwen van het gehucht.
We zien de vijgenboom, die in het najaar zijn juwelen prijs geeft in de vorm van donkerrode vijgen die in het restaurantje in de vitrine naast de ’torta della mama’ liggen. Er staan drie tafeltjes buiten, elk voor vier personen. Als het gaat waaien, moet de Italiaan naar binnen. De Nederlander begrijpt niet wat er aan de hand is en blijft rustig buiten zitten. Maar als het gaat regenen en alle gasten naar binnen moeten, wordt het dringen en inschikken geblazen.
Terwijl ‘la mama’ in de keuken met haar zelfgemaakte pici de heerlijkste gerechten maakt begroet Leonardo iedere gast met zijn ontwapenende charme. We worden begroet als verloren zonen, vooral Frietsie, omdat die naam goed is uit te spreken. Na verloop van tijd word ik, eerst als Meikie en daarna als Miekie warm onthaald. De beperkte kaart is in het Italiaans, Engels en Duits. Er komen veel Duitsers die vanuit Berlijn met een goedkope vlucht regelrecht in de Borgo, de ‘appartementi’ van Leonardo neerstrijken.
Frits biedt aan een Nederlandse vertaling van de kaart te maken. Hij levert de vertaling in en een tijdje later bestijgen we weer de berg. Alle geplastificeerde kaarten liggen in een speciaal houten blok onder een presse-papier, een vrouw, als notenkraker die de benen spreidt. Kijk aan de Nederlandse veertaling is al bijgevoegd. Tot onze verrassing kunnen we pici met eekhoorns eten. De zelfgemaakte pici van mama is ons bekend, een stevige pasta die mama zelf maakt en waar ze twintig minuten voor nodig heeft, maar eekhoorns op het menu? We kenden het niet. We vragen Leonardo, die samen met moeder de handel leidt en hij zegt: “Ach ja, brood, dat kent iedereen wel, dat heb ik weggelaten, het werd zo’n lange zin”. Frits tekent voor Leonardo een eekhoorn en vertelt dat eekhoorntjesbrood, paddenstoelen zijn die hij in de pici doet, ‘funghi porcini’. De grap kwam over en de het het volgende bezoek stond er eekhoorntjesbrood op de kaart.
Natuurlijk geven we zo’n juweeltje door aan onze vrienden en bekenden, de gasten op de camping, maar ook onze Italiaanse vrienden. Toen we na het drukke hoogseizoen , in september nieuwsgierig waren hoe de zaken deze zomer waren gegaan zagen we tot onze schrik geen losse tafels en stoeltjes staan. Leonardo vertelt: de vele gasten hebben ervoor gezorgd dat de buren gingen klagen over lawaai. Leonardo slaat zich op zijn voorhoofd, ‘Italiani, maffiosi’. Hij is boos, maar… hij is nu in onderhandeling met politie en gemeente en hij krijgt, gelukkig, een vergunning voor het restaurant. Onder een voorwaarde… een net toilet voor de gasten. Tja de extra attractie van de wc-pot onder het schuine dak met een wasmachine in een bezemkast, waar je buiten moet organiseren welk lichaamsdeel je eerst naar binnen moet draaien om op de wc-pot te landen, is daarmee verleden tijd. Maar de Bottega zit in de lift.